MENSE RECHTEN

Best practices in een volwassen rechtstaat

Datum: Haarlem, 23-11-2023

Auteur: Martijn Mense

Het legaliteitsbeginsel komt er samengevat op neer dat het handelen van een overheid gebaseerd moet zijn op een vooraf vastgestelde bepaling. Een overheid mag een regel niet achteraf opleggen en daarmee gedrag waarvan een burger niet wist en niet kon weten opeens strafbaar maken. Opeens belastbaar maken, is overigens een heel ander verhaal in Nederland.

In het toezicht- en handhavingswereldje, dat zich ophoudt in het schemergebied tussen bestuursrecht en strafrecht, zijn ze niet zo van de regeltjes, maar heel (post)modern van de best practices. Een van de bekendste vroege varianten was (en is) de code-Tabaksblat (zie https://www.mccg.nl/de-code) waarmee het mantra ‘pas toe of leg uit’ in het leven werd geroepen.

Best practices komen er op neer dat een onderneming of instelling (particulieren worden hier nog niet echt mee lastig gevallen) zelf een beleid moet verzinnen ten aanzien van een bepaald probleem. Zodra er toch een probleem ontstaat, gaat de toezichthouder bekijken of het zelfverzonnen beleid is gevolgd en of het beleid überhaupt ergens op slaat.

Die beleidsmatige zelfredzaamheid roept een hoop vragen op. De toezichthouder heeft daar gelukkig een antwoord op in de vorm van modelbeleid. Wat is nu het verschil tussen modelbeleid en regelgeving? Dat ligt genuanceerd. Wie het modelbeleid niet volgt - en dus echt zelf best practices verzint - zal al snel de onverdeelde aandacht van de toezichthouder krijgen.

Niemand wijkt dus af van het model waarmee de toezichthouder in wezen regelgever is geworden. Zonder daartoe strekkend mandaat, zonder democratisch toezicht en zonder dat nu echt vooraf duidelijk is wat wel en niet mag. Best practices indeed.

Martijn Mense, advocaat te Haarlem